Overslaan naar inhoud

5 signalen dat je klaar bent voor een ultramarathon

Ben je klaar voor je eerste ultramarathon? Deze 5 signalen vertellen het je.


Je speelt met het idee om je in te schrijven voor een ultramarathon – tof! Maar wanneer weet je nu echt of je er klaar voor bent? Dat is voor iedereen anders, maar als coach zie ik bij bijna elke loper dezelfde vijf signalen opduiken vlak voor ze de sprong wagen. Herken jij ze? Dan is het misschien tijd om die inschrijving te bevestigen.

1. Je kunt eten én blijven lopen

Tijdens een ultra alleen op gels en sportdrank overleven? Vergeet het maar. De meeste lopers zijn uren onderweg en hebben échte voeding nodig. Denk aan sandwiches, chips, bananen… noem maar op.

Als je een boterham naar binnen kunt werken terwijl je doorloopt en je maag blijft rustig, dan heb je een belangrijke drempel al overwonnen. En goed nieuws: hoe vaker je dit traint, hoe beter je lichaam ermee omgaat.

2. Je weet dat wandelen erbij hoort

Ultralopen is niet hetzelfde als een marathon rammen. Wandelen – of liever gezegd: power hiken – is een essentieel onderdeel van de sport. Steile hellingen, vermoeidheid, energiebesparing… het hoort er allemaal bij.

Je moet dus het idee loslaten dat je altijd moet hardlopen tijdens een training of wedstrijd. Soms is wandelen gewoon de slimste en snelste optie.

3. Je bent vertrouwd met ongemak

Niet elke training is leuk. En een ultra? Die gaat op een bepaald moment pijn doen. Maar in plaats van dat te vrezen, ben jij er nieuwsgierig naar. Je weet dat je een mentaal dipje krijgt – en je hebt al geoefend hoe je daar mee omgaat.

Trainingsrondes waar je diep moet gaan, brengen je dichter bij dat ultra-hoofdstuk. Je hoeft het niet leuk te vinden, maar je moet het aankunnen.

4. Je benen én voeten zijn gehard

Er zijn fysieke tekenen dat je lijf de uitdaging aankan. Je voeten kunnen een lange tocht aan zonder blaren of drama – zelfs met natte sokken. Je bovenbenen zijn gewend aan heuvels en herstellen goed van lange afdalingen.

Een loop van 30 km met flink wat hoogtemeters, regen en modder? Geen probleem. Dan zit je qua basis goed.

5. 30 km voelt niet meer als een ultra

Misschien wel het duidelijkste signaal: je draait een training van 30 km en komt thuis met het gevoel: “Was dat het nou?” Je bent fysiek sterk én mentaal stabiel. Dat betekent niet dat je volgende week een ultra moet lopen, maar je bent wel klaar om er één te plannen.

Wie deze afstand vlot aankan, hoeft zich alleen nog op de details van een specifieke race te richten. Ben je nog onderweg naar die 30? Dan is er niets mis met een langere voorbereidingstijd – denk aan 6 maanden of meer.

Laat het rustig opbouwen

Klaar zijn om je in te schrijven betekent niet dat je morgen moet starten. Goede voorbereiding is alles. Zet een doel voor over een paar maanden, werk gestaag aan je basis en gun jezelf de tijd om sterker te worden – fysiek én mentaal.

Wil je zeker zijn dat je je trainingsvolume op een veilige manier verhoogt? Dan is begeleiding van een coach een slimme zet. Wij helpen je niet alleen om blessures te vermijden, maar zorgen ook dat je met vertrouwen aan de start verschijnt.

Overweeg je om de stap naar ultramarathons te zetten? Neem eens een kijkje en plan een gratis kennismaking. Je hoeft het niet alleen te doen.

Hoe je training opschalen zonder blessures